3.2 Hoe ontstaat chronische hyperventilatie?

Zoals eerder gezegd ontstaat chronische hyperventilatie vaak als gevolg van spanning en stress in het lichaam. In situaties waarin er acuut stress is en het lichaam actie moet ondernemen, zorgt het lichaam er voor dat de ademhaling versneld wordt, zodat koolzuur voldoende afgevoerd wordt en er voldoende zuurstof in het lichaam beschikbaar is. Zodra de acute stresssituatie weer voorbij is, gaat de ademhaling weer naar een rustiger ritme toe.

Wanneer spanning en stress langdurig aanhouden, kan de ademhalingsfrequentie langdurig verhoogd zijn, alsof er nog steeds elk moment een actie door het lichaam uitgevoerd moet worden. Omdat dit niet het geval is, is de ademhalingsfrequentie te hoog en niet in balans met de activiteit die het lichaam op dat moment verricht.

Een normale ademhalingsfrequentie is 6 tot 10 keer per minuut. Dit kan echter per persoon verschillen. Er zijn mensen die bij een ademhalingsfrequentie van 10 keer per minuut symptomen hebben van chronische hyperventilatie, terwijl anderen dit pas bij 20 keer per minuut ervaren.

In het lichaam bevindt zich het zogenaamde autonome zenuwstelsel die allerlei automatische functies van het lichaam, zoals ademhaling, hartslag of werking van de darmen van de darmen regelt. Dit zenuwstelsel kent twee systemen. Een systeem is voor actie en wordt het sympatische zenuwstelsel genoemd. Het andere systeem is juist voor rust en voor spijsvertering en wordt het parasympatische zenuwstelsel genoemd.

Normaal gesproken wisselend beide systemen (actie en rust) elkaar af en zijn daardoor in balans. Bij mensen met chronische hyperventilatie is die balans verstoord en is het actie systeem, het sympathische zenuwstelsel, veel vaker actief dan het rust systeem. Hierdoor kunnen ook andere lichaamsfuncties zoals hartslag of de darmfunctie ontregeld raken.


Belangrijk opmerking

  • Een te snelle ademhaling kan ook het gevolg zijn van medicijnen die de zuurgraad van het bloed verlagen. Het lichaam probeert de zuurgraad van het bloed weer op peil te krijgen door te zorgen dat er minder koolzuur in het bloed aanwezig is. Het lichaam kan dit koolzuur verlagen door te zorgen voor een snellere ademhaling.
  • Zelden wordt chronische hyperventilatie veroorzaakt door een onderliggende ziekte, zonder dat bekend is dat deze persoon die chronische ziekte heeft. Zo kunnen een aanlegstoornis van de hersenstam of beschadiging van de hersenstam zorgen voor een te snelle afstelling van de ademhaling. De hersenstam regelt namelijk het ademhalingspatroon. Ook kunnen ziektes van hart (aangeboren hartaandoening) en longen (astma) met een verlaagd zuurstofgehalte in het bloed zorgen voor het ontstaan van een snellere ademhaling om er voor te zorgen dat er voldoende zuurstof in het bloed aanwezig is.
  • Aandoeningen van de nier waarbij het bloed zuur wordt kunnen ook zorgen voor een snellere ademhaling.
  • Een te snel werkende schildklier of zwangerschap kunnen ook zorgen voor het ontstaan van een versneld ademhalingspatroon.
  • Daarnaast kan een laag B12 gehalte in het bloed ook de kenmerkende hypeventilatieklachten tot gevolg hebben.

Voor al deze aandoeningen geldt dat ze naast de klachten van chronische hyperventilatie ook andere klachten geven, waardoor herkend kan worden dat er sprake is van een van deze onderliggende ziektes.

Navigeer hier door de training